Het kwam allemaal niet onverwacht, maar doordat er amper drie dagen zat tussen het bericht over de dood van Gerard Cox en Joke Bruijs, trok dat toch aandacht. Tien jaar getrouwd, daarna als vrienden gescheiden.
Om pas ruime tijd later in hun gezamenlijke acteerwerk furore te maken. Denk aan één van de meest succesvolle Nederlandse sitcoms aller tijden: “Toen Was Geluk Heel Gewoon” (16 seizoenen). Het kwam allemaal voorbij de afgelopen dagen. Iets minder aandacht was er voor het feit dat Joke Bruijs zich behalve actrice en comédienne misschien nog vooral (jazz)-zangeres voelde.
1975: Joke Bruijs zingt in de laatste uitzending van ‘Music All In’ (TROS)
Als toevoeging aan alle mediaberichten rond het overlijden van Joke Bruijs hier mijn bescheiden bijdrage. Hierin bezingt ze een even bescheiden Hollandse badplaats.
Met vijftien top 10-hits, waaronder zes nummer 1-hits groeide Hall & Oates uit tot één van de succesvolste duo’s uit de Amerikaanse muziekgeschiedenis. In de jaren 90 droogde het succes op en uiteindelijk spatte de samenwerking uiteen door een juridisch geschil over – jullie raden het al – heel veel geld, lees: auteursrechten.
In 2004 verscheen nog het album ‘Do It For Love’, hun laatste volledige album met origineel materiaal. Met daarop het geweldige ‘Forever For You‘, dat terecht op single werd uitgebracht. Omdat het aan alle eisen leek te voldoen om het goed te doen op de (Amerikaanse) radio. Wat niet gebeurde. De plaat haalde niet eens een notering meer in de laagste regionen van de gezaghebbende Billboard Hot 100. Dan spreekt men van een flop. Terecht? Oordeel zelf.
Ik hou alleen maar van covers als ze eigenwijs afwijken van het origineel en het compleet anders laten klinken. Een mooi voorbeeld vind ik de bewerking van de Noorse singer-songwriter Aurora. Zij ging aan de slag met ‘Rasputin’ de Eurodisco-hit van Boney M, geschreven door de Duitse muziekproducer Frank Farian.
Een groot deel van de vijftigplussers zegt dat er onvoldoende waardering is voor ouderen in de samenleving, zegt de Stichting Ideële Reclame (SIRE). De stichting heeft daarom de campagne Je bent nooit te oud om te leven in het leven geroepen, om vooroordelen te ontkrachten en om te laten zien dat vijftigplussers nog volop in het leven staan.
Ik moest er aan denken toen ik beelden zag van het optreden van Lulu op Glastonbury, afgelopen weekend. Vitale vijftigers kennen deze 76-jarige wellicht nog van hits als “Shout” en “The Boat That I Row”, uit de vroege jaren zestig van de vorige eeuw.
De Schotse Lulu uit Lennoxtown verklapte vorig jaar in een BBC-uitzending dat het haar droom was ooit nog eens een duet te mogen zingen met Rod Stewart (80!). Soms komen dromen uit.
Zo dramatisch als het ‘ravijnjaar’ 2016, waarin we afscheid namen van Prince, David Bowie én George Michael is dit jaar nog niet. Maar met de snel op elkaar volgende berichten over de dood van Sly Stone en Brian Wilson wordt maar weer eens duidelijk dat je zelfs met het schrijven van tijdloze popklassiekers niet het eeuwige leven verdient.
Advertentiefoto in Cashbox voor het legendarische “Pet Sounds”, 7 mei 1966
Brian Wilson staat te boek als een van de invloedrijkste popmuzikanten van de 20ste eeuw. De Amerikaan richtte samen met zijn broers The Beach Boys op. De groep brak in de jaren 60 door en scoorde hits als ‘Surfin’ USA’, ‘I get around’ en ‘California Girls’. Brian Wilson gold daarbij als het artistieke brein, hij schreef de meeste songs.
Rivaliteit met The Beatles Midden jaren zestig was er een vriendelijke rivaliteit tussen The Beach Boys en The Beatles. Toen het Engelse viertal in 1965 Rubber Soul uitbrachten, componeerde Wilson het album Pet Sounds (1966), met talloze meesterwerken daarop zoals Wouldn’t it Be Nice en Sloop John B. Het inspireerde The Beatles weer tot de albums Revolver en Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Paul McCartney stak zijn lof voor Pet Sounds destijds niet onder stoelen of banken en noemde ‘God Only Knows’ in talloze interviews ‘de beste popsong ooit gemaakt’.
De Parijse politie kondigde vanmiddag een wonderbaarlijke vondst aan: de buste van Jim Morrison, die in 1988 werd gestolen van zijn graf op het kerkhof van Père-Lachaise in Parijs. Zevenendertig jaar na de verdwijning is het witmarmeren beeld van de leadzanger van de Californische band The Doors eindelijk terecht.
Op deze oudere foto van het graf van Jim Morrison is de buste nog te zien.
De Parijse politie kondigde de vondst aan op hun Instagram-account, waarbij ze melding maakten van een ’ongewone ontdekking’. Het beeld van Morisson werd per toeval ontdekt tijdens een huiszoeking, meldde Le Figaro. Op de foto, die de politie online deelde, lijkt de buste nog in dezelfde staat te verkeren als in 1988. De neus is gebroken en het beeld is bedekt met graffiti, wat al het geval was toen het beeld verdween.
Het graf van Jim Morrison in Parijs wordt meer dan vijftig jaar na zijn overlijden nog steeds dagelijks door honderden fans bezocht
De charismatische zanger en medeoprichter van The Doors, die bekend stond om zijn rebelse levensstijl, alcohol- en drugsgebruik, was een icoon van de jaren 60. Toen hij op 27-jarige leeftijd overleed in Parijs, werd hij een legende binnen de rockgeschiedenis. Zijn graf wordt nog steeds massaal bezocht door fans uit binnen- en buitenland. Volgens Benoît Gallot, de curator van Père-Lachaise, is het graf van James Douglas Morrison het meest bezochte graf op de wereldberoemde begraafplaats. „Het is voor Père-Lachaise wat de Mona Lisa is voor het Louvre”, aldus Gallot. Zie ook: Gestolen buste van graf van Jim Morrison na meer dan 30 jaar per toeval teruggevonden in Parijs (Telegraaf)
In zijn autobiografie ‘Inside Outsider’ schrijft Patrick Tilon, beter bekend als rapper Rudeboy over de gloriedagen in de legendarische band Urban Dance Squad. Direct bij hun debuut ‘Mental Floss For The Globe’ overrompelden ze de muziekwereld. Aan Nederland ging het een beetje voorbij. De single ‘Deeper Shade of Soul’, bleef bijvoorbeeld steken in de Tipparade. Maar internationaal werd het een dikke hit van Australië tot Amerika. Wat ging er mis?
Weet je hoeveel mensen van ons hielden? Bij de eerste Amerikaanse optredens kwamen Joey Ramone en Paul Simon langs in onze kleedkamer. Public Enemy, Ice T, Ice Cube, Red Hot Chili Peppers, Henry Rollins, Smashing Pumpkins, Thom Yorke, ze waren allemaal fan
-Rudeboy in zijn autobiografie ‘Inside Outsider’
Journalist Frank Provoost vraagt in een interview voor NRC aan Patrick waarom zijn band Urban Dance Squad (uit Utrecht) niet, zoals later Rage Against The Machine, wereldberoemd is geworden. Terechte vraag. Het antwoord: „We hebben het zelf verpest. De directeuren kwamen bij alle belangrijke shows kijken. They adored us. Dat doen ze niet zomaar. Ja, ze willen door je rijk worden, maar ze maken jou óók rijk.”
„Na een Amerikaanse tournee met Living Colour reed platenbaas Tom Ennis me in zijn cabrio door New York. De tour zou worden verlengd, langs grotere zalen, en we kregen de volle steun. Hij beloofde: jullie worden de grootste. Ik antwoordde: ‘no problem!’
Optreden in de langst lopende talkshow van Amerika. De Tonight Show met Jay Leno werd elke avond door miljoenen Amerikanen bekeken.
„Maar ik was de enige. De rest weigerde en wilde per se terug naar Europa. Het label heeft ze gesmeekt, maar het antwoord bleef: we gaan naar huis, basta. Ik weet zeker dat we het gered zouden hebben. Wij waren werkelijk iets nieuws. Er was maar één Urban Dance Squad.
Wat was het eerste waar ik voor ging sparen toen ik m’n eigen salaris ging verdienen? Dat was eind jaren zeventig van het vorige decennium en ik keerde die eerste spaarpot direct om voor een reis naar Amerika.
Ik herinner me nog hoe ik m’n toenmalige reisgenoot in New York vroeg om me daar nét zo te fotograferen als Jackson Browne voor zijn prachtalbum ‘The Pretender’ (1976). Die photoshoot mislukte jammerlijk in de enorme drukte van ‘The Big Apple’, maar ik koester het eindresultaat nog altijd.
De laatste keer dat ik New York bezocht was ruim nadat de stad volledig werd lamgeslagen door de verwoestende aanslagen op de torens van het World Trade Center (de ‘Twin Towers’). Ik heb er ook toen weer druk gefotografeerd, maar je ziet de vertwijfeling. Kom ik hier ooit weer? Het zal niet voor niets geweest zijn dat ik besloot om R.E.M.’s ‘Leaving New York’ onder de foto’s te zetten. Pas vele jaren later maakte de komst van Donald Trump, de 45ste en vooral de 47ste president van de U.S. of A. de afstand definitief onoverbrugbaar.
Bowie zingt Simon & Garfunkel Sinds 20 januari 2025 gaat er echt geen dag meer voorbij zonder nieuws over Donald J. die Amerika weer groot gaat maken. Dit is geen politiek pamflet, maar ik word er alleen maar verdrietig van. Mooier werd het land eigenlijk nooit bezongen dan in Paul Simon’s ‘America’. David Bowie – wat mís ik ‘m! – deed dat, live tijdens ‘The Concert for New York City’, kort na de aanslag in 2001. Ik word er behoorlijk weemoedig van. Het gaat om een zelfgemaakte clip die nog altijd op YouTube staat, in combinatie met beelden die destijds in Amerika zijn uitgezonden.