Het is de meest betreurde ‘split’ in de geschiedenis van de popmuziek. John Lennon en Paul McCartney eindigden bitter. Maar wat heel weinig mensen weten is dat zij elkaar vier jaar later nog eens in een studio hebben ontmoet. Het gebeurde op 28 maart 1974, voor een spontane jamsessie. Het is de enige keer na het uit elkaar gaan van The Beatles dat John en Paul ooit nog samen speelden.
John is in een studio in Los Angeles bezig met de productie van Harry Nilssons album Pussy Cats, als Paul en Linda McCartney onverwacht komen binnenlopen. Volgens de biografie McCartney uit 2006 werd het doodstil toen ze elkaar zagen, maar brak John het ijs waarop McCartney positief reageerde en de twee elkaar de hand schudden.
In de jamsessie die volgt, zijn onder andere ook Harry Nilsson en Stevie Wonder te horen. De sessie is overigens niet erg productief en wordt voor een groot deel bepaald door drank, drugs en John die klaagt over het geluid. In 1992 verschijnt een bootleg van de (terecht) vergeten, maar historisch belangrijke jamsessie onder de naam A Toot And A Snore In ’74.