Er was meer dan alleen passie voor muziek in het leven de grootste Belg aller tijden. In 1967 haalde Jacques Brel zijn vlieg- en zeilbrevet en bevoer hij samen met minnares Maddly Bamy per zeiljacht Askoy II de Atlantische en Stille Oceaan. Uiteindelijk belandde het paar op het Frans-Polynesische eiland Hiva Oa, waar Brel ook begraven ligt. Net als de Franse kunstschilder Paul Gauguin. Vanwaar die aantrekkingskracht van het 320 vierkante kilometer en 2190 inwoners tellende eilandje in de Stille Oceaan? Mark Gielen ging voor het Belgische weekblad Knack op onderzoek uit.

Et par manque de brise le temps s’immobilise / Aux Marquises

“Wie kent die obsederende frasen niet uit een lied van Jacques Brel, dat alleen hij kon geschreven hebben? Om ze te begrijpen, te voelen en te zien, moet je lang reizen: Parijs, Los Angeles, Papeete en Hiva Oa, drie vluchten die gestel en hersenen danig ontregelen. De trip kan nog langer, als traagste initiatie in de Markiezeneilanden, die kruimels in de oneindige Stille Oceaan: met de Aranui, een vrachtboot die met levensmiddelen en passagiers de tocht van Tahiti naar de 1500 kilometer noordelijker gelegen archipel maakt.

Carpaccio van tonijn
Die twaalf eilanden tussen evenaar en Steenbokskeerkring zijn het andere eind van de wereld. Wonderlijk is de baai van Atuona met bergen, zee en wolken, de zon in gevecht met kraterwanden die zelden bloot te zien zijn. De hoofdplaats ligt in het hart van een weggeblazen caldeira. Ik proef carpaccio van tonijn met vanille en anijs, een geitje des Marquises au curry met op het biertje een etiket met het bevallige meisje Hinano. De sterren van het zuidelijk halfrond genieten mee.

Dan de wandeling naar het dorp, langs post, mairie, apotheek en gendarmerie, de klim naar le cimetière waar de man van zoveel chansons begraven ligt. Zijn huis op de heuvel is afgebroken, maar zijn botten rusten op Hiva Oa, begraven op de Markiezeneilanden die hij met elpee en een lied op de kaart heeft gezet: “Et la mer se déchire infiniment brisée / Par des rochers qui prirent des prénoms affolés.”

Eerst breng ik een groet aan de duivelse Gauguin met een beeldje van Oviri, een van zijn Polynesische schonen. Dan vertraagt mijn pas, stokt en komt tot ingetogen stilstand. Tussen bloemen slaapt de man die rechtopstaand wou leven, een ram zoals ik, sans être adulte op zijn 49 jonggestorven: Jacques Brel. Op de steen: 8-4-1929 en 9-10-1978, zijn beeltenis vergezeld door zijn laatste geliefde Maddly. 
Lees hier Gielens’ hele verhaal.